linus en lotte

Monday, July 16, 2007

Lu, Su en Lo !

Vrijdag 13 juli..

Om 16u 's namiddags vertrekken we uit Ichuña met twee jeeps, bestemming Arequipa.
We weten niet of en wanneer we er zullen geraken. Het land staat al weken op z'n kop, stakingen all over. Alle wegen zijn geblokkeerd met grote rotsblokken en stenen, woedende stakers maken het in de steden in het zuiden van Peru allesbehalve gezellig vertoeven. Negen uur lang zijn we onderweg, via sluipwegen en donkere, doodse dorpjes. Als we Arequipa via een achterbuurt willen binnenrijden, onze bestemming in zicht, stoten we op een 'stakingspiket', opgezet door een bende bandieten. Jonge boefjes, onherkenbaar door de doeken voor hun mond, met stokken in hun hand, blokkeren de weg met olievaten en stenen. Ze willen 10 soles per auto, we betalen zonder morren. Weerwoord bieden kost je je autoruiten en misschien wel je hele auto.
Om halfdrie 's nachts strompel ik met m'n rugzak totaal vermoeid het hotel binnen. Maar ik ben klaarwakker, en dolblij, want na 10 maanden zie ik daar... mijn ouders!!


De foto's van onze eerste dag samen in Arequipa!!

Mama papa joepie

Sunday, July 15, 2007

Ichuña...

Ik weet niet goed waar mijn verhaal over Ichuña te beginnen. Dag op dag 4 maanden heb ik in Ichuña gewoond en gewerkt.. dingen gezien en meegemaakt waarvan ik waarschijnlijk nog niet half besef hoeveel indruk ze op me gemaakt hebben.
Om jullie een idee te geven: op 1 april beschreef ik mijn leventje in Ichuña in een mail naar Thibo, een Belgisch maatje. En dat ging ongeveer zo...

Thibooo!
Ik zal er ineens werk van maken. Ik weet al niet meer wat ik u toen allemaal ging schrijven, maar ik schets even mijn leventje van nu:
Ik ben ondertussen twee weken een bewoner van Ichuña, een dorpje op 3750m midden in het Andesgebergte en heeeeel erg ver weg van eender welke stad. Om je een idee te geven: de dichtstbijzijnde stad is Puno, een rit daarnaartoe duurt minstens 6 uur, en gaat over hobbelige - meer put dan weg - wegjes, tegen maximum 40 km/h, over een hoogte van 5000m -pufpuf- en door een woeste rivier waar we bijna in bleven steken (het water kwam tot op een cm van de onderkant van de deuren van de jeep)... Eén keer per week gaat er een bus naar Puno, en met dezelfde frequentie komt er eentje naar hier.
Je kan ook naar Arequipa of Moquegua reizen, andere steden, maar die ritten duren zo mogelijk nog langer, een uur of 12, en wees maar zeker dat je door een halve meter sneeuw moet.
Ichuña telt ongeveer 1000 inwoners, en daar komen er nog eens 4000 bij van de in totaal 25 comunes (piepkleine dorpjes) overal eromheen, die meestal enkel te voet te bereiken zijn. Het is moeilijk te beschrijven hoe het er hier uitziet, foto's zouden handig zijn, maar die komen later. De straatjes zijn smal en van zand (meestal slijk - het regenseizoen zou al gedaan moeten zijn, but noooo) en de huizen zijn klein, van adobe (een soort leem met stro) of beton, met ijzeren deurtjes die gemiddeld 1m50 hoog zijn en mij al behoorlijk wat bulten op mijn kortgeschoren kopje hebben bezorgd.
[...]
In het dorp is een lagere school, een middelbare school, en een hoger instituut, waar ik vanaf morgen voltijds franse en engelse les ga geven. [...]
Ik woon in een huisje dat geen huisje is. Heel erg primitief, maar gewoon hoe ze hier leven. We hebben een klein binnentuintje (lees: slijkpoeltje) met daarrond in een U-vorm een paar gebouwtjes waaronder de slaapkamers kamers (adobe, met golfplaten dak, en een ijzeren deurke), de badkamer (die moet je zien) en de keuken. Er is geen verwarming (ik slaap in twee slaapzakken, onder 3 wollen dekens, met muts en sjaal) en soms warm water. De afwas doen we met ijskoud water buiten in een betonnen wasbak. Onze kleren wassen we in diezelfde bak. We moeten water koken op het gasvuur om ze in een lauw sop te kunnen wassen.
De elektriciteit valt hier in het dorp gemiddeld twee keer per week uit. En dan zitten we meestal een halve dag en een nacht zonder. Maar behalve het licht in onze kamer gebruiken we geen elektriciteit, dus kaarsjes lossen het probleem op, en die romantiek!!
Ik heb het even moeilijk gehad in 't begin, want leven zonder verwarming - en geloof me het is hier heeeel koud 's nachts, met een dikke trui alleen kom je er niet - met een douche die soms lauw water geeft, een kale stoffige ruimte als kamer, een keuken+badkamer die alleen via de koude buitenlucht te bereiken zijn én bovendien ook ijskoud, je kleren steeds buiten met de hand wassen (vandaag was ik er 3 uur mee bezig)... het zijn dingen die je allerminst gewoon bent, zelfs na 6 maanden reizen (in luxe, vergeleken met hier), en waar je echt wel effe aan moet wennen. Maar ondertussen bén ik eraan gewend (verbazend snel, sneller dan ik dacht) en wonen we daar happy happy, samen met T'ika (Quechua voor bloem), mijn kleine mormel, vier poten en een schattig koppie + eeuwig vrolijk kwispelend staartje.
Ik heb mij ook op het Quechua gestort, een fantastische taal die ik over 5 maanden wil kunnen spreken.
Ik denk dat je nu wel een ideetje hebt van hoe en wat, al valt er nog zoooooveel meer te vertellen. Ik zou zeggen, kom gewoon eens piepen :) altijd welkom!!
Tot snel, radioster, dikke zoen!!!
Lotte

Saturday, July 14, 2007

Ondertussen...

Ik heb het bloggen even gelaten voor wat het was. Een internetconnectie die amper de naam connectie waard is, ontnam me steeds de 'goesting' om aan het schrijven te gaan.
Maar zo geraken we natuurlijk nergens. Ik wel, want ik reis verder, maar linusenlotte-lezers niet.
Daarom een korte reis door de tijd, de afgelopen 5 maanden. En daarna weer up-to-date info, verhalen van gisteren en vandaag. Beloofd :)

Angastaco y Cafayate


Ik geloof dat ik al bloggend tot in Cafayate, Argentinië, was geraakt. Of was het Molinos. Via Angastaco, waar ik voor de tweede keer op m'n reis écht schrik had, toen een Argentijn me besloot te stalken, ging het via Cafayate terug naar Salta. De eerste keer dat angst me overviel tijdens m'n reis, was trouwens in december in Chileens Patagonië, in een hostal in Punta Arenas waar de hele nacht een stel zatte Chilenen had liggen vechten. Datzelfde hostal is een maand later volledig uitgebrand, er vielen 10 doden, waaronder twee Nederlanders en een Argentijns gezin. Dat zag ik op de Argentijnse televisie in Salta, een dag voor ik vertrok met m'n paarden. Ik heb er toen niks over geschreven, om het thuisfront niet ongerust te maken, maar het deed me beseffen dat je verdomme pech kan hebben. En onderweg best net dat ietsje beter 'uit uw doppen' kijkt. Want het kan zo snel voorbij zijn...

In Salta vierde ik op 13 maart mijn '6 maanden' onderweg. Dat moest 'per sé' in Argentinië, mijn lievelingsland, waar ik maar liefst 5 maanden lang was blijven plakken. Maar het was tijd om door te reizen, via Chili naar Peru, waar ik ondertussen verwacht werd om te gaan lesgeven in een school in de Andes.
De busrit van Salta naar San Pedro de Atacama was verschrikkelijk. We moesten met de bus over een pas van meer dan 5000 meter hoog, en de helft van de passagiers zag hun lunch het daglicht weer opzoeken. De hele rit cocablaadjes kauwen heeft me gered, maar gezellig was het niet.

Salta - San Pedro de Atacama


San Pedro de Atacama is 'made for tourists' en dat is nu net wat ik niét hoef. Een bezoek aan de Salar was wel de moeite, samen met drie dolle italianen, die zich ontpopten tot ambulante ambulance team, toen ik op 4000 meter met zicht op besneeuwde bergtoppen en een gigantisch meer mijn voet omsloeg en met mijn bakkes in het zand ging. Zand én kiezels, die zich in mijn knieën boorden. Resultaat: drie grote littekens, gratis souvenirs van een prachtige dag.

Van San Pedro ging het naar Arica, en meteen over de grens naar Tacna, Peru. Samen met Tasha, Jenna en Josh, uit the US of A, trok ik naar de kust, voor twee dagen strand, voor mijn tocht naar de cordillera, waar ik zon, strand en zee voor lange tijd zou moeten missen. We konden een huisje huren voor enkele dagen, en genieten van de rust in het verlaten dorp. Op dag twee stond ik, bij gebrek aan stromend water, mijn haar te wassen in een kom, toen ik tot mijn grote verbazing een gigantisch vette luis ontdekte in mijn handpalm. Bah!!
Wat ik drie weken lang had gevreesd, was dan toch waar, mijn hoofdhuid werd bevolkt door een kolonie enthousiast feestende beestjes, die er een waar slagveld van hadden gemaakt. Awoe de Argentijnse dokters die mij verzekerd hadden dat het een allergie was, awoe!! In Boca del río geen dokter of apotheek in de buurt, en een enorme drang naar een snelle, maar drastische oplossing: de boel kaalscheren. Twee tranen en twee uur later was ik kaal.

Oe!

provided by hit-counter-download.com .